Het Vlaams Belang vindt het ongehoord dat een groot deel van de boetes voor het niet naleven van de inburgeringsverplichting niet wordt betaald. Bovendien stegen deze boetes van 152 in 2017 naar 353 in 2018 tot uiteindelijk 879 in 2020. Vlaams Belang-fractieleider Chris Janssens bevroeg dan ook minister van Integratie Bart Somers (Open Vld) over deze problematiek. “Wie manifest weigert om bij te leren over onze samenleving of onze taal niet wil leren spreken, zorgt ervoor dat hij of zij niet geschikt is voor de arbeidsmarkt”, zei Janssens. “Maar de huidige aanpak van de Vlaamse regering blijkt hier weinig kordaat, en daar moet verandering in komen.”
Een deel van de migranten die zich dienen in te burgeren in Vlaanderen melden zich niet aan voor het inburgeringstraject, beëindigen onrechtmatig een vormingsprogramma of nemen er niet aan deel. Hiervoor werden er in 2020 maar liefst 879 boetes, waarvan er 520 na 1 maand niet betaald werden. Daarvan werden er zelfs 315 niet betaald na aanmaning. Minister Somers liet weten dat de stijging van de boetes te wijten is aan het feit dat het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) meer dossiers heeft verwerkt. Sommige boetes blijken echter oninvorderbaar, wat leidt tot straffeloosheid voor de overtreders. In andere EU-landen is er ook daarom een koppeling tussen het naleven van de inburgeringsplicht en de verblijfsvergunning.
Volgens het Vlaams Belang heeft iemand die zijn of haar voeten veegt aan de inburgeringsplicht geen recht op de nationaliteitsverwerving, noch op een verblijfsvergunning, uitkering of vervangingsinkomen. “Zeker ten aanzien van nieuwkomers die nog niet vertrouwd zijn met onze regels en wetten, mogen we geen signaal geven dat er straffeloosheid is wanneer men bepaalde verplichtingen niet nakomt”, stelde Janssens in het Vlaams Parlement. “Het is duidelijk dat het huidige boetesysteem geen voldoende sanctie is, gezien de vele onbetaalde boetes.”
“Degenen die de regels overtreden blijven te vaak ongestraft, dat is een heel verkeerd signaal”
Volgens het Vlaams Belang moet er dan ook gegarandeerd worden dat die ‘inburgeringweigeraars’ die genieten van een uitkering of vervangingsinkomen daar effectief op gesanctioneerd worden. “Hiervoor moeten de resultaten van de meldingen aan VDAB en de OCMW’s opgevolgd worden”, aldus nog Janssens. De minister liet weten hier geen zicht op te hebben vanuit zijn bevoegdheid, maar beloofde dat de regering werk zou maken van een betere registratie en uitwisseling.
Chris Janssens pleitte er ook voor dat Vlaanderen dringend werk zou maken van een koppeling tussen het naleven van de inburgeringsplicht en de verblijfsvergunning. Somers verborg zich echter achter het federale niveau dat bevoegd is voor het afleveren van de verblijfsvergunningen. “Ik hoop toch ook dat de Vlaamse Regering zal aandringen bij de federale regering om op dat vlak stappen te zetten”, besloot Janssens. “Want wanneer de Vlaamse Regering toelaat dat verblijfsvergunningen worden afgeleverd aan mensen die de inburgeringsplichten niet naleven, is dat onrechtvaardig tegenover onze samenleving die daarvoor de kosten betaalt, maar ook tegenover anderen die wel correct de regels naleven.”