Anderhalve maand na de overstromingen werd de aanpak van de ramp gisteren in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken besproken. “Het is duidelijk dat er zowel voor, tijdens als na de natuurramp cruciale fouten zijn gemaakt. De jarenlange verwaarlozing en de besparingen op middelen en materiaal bij voornamelijk Defensie en de civiele bescherming maakten dat het vroeg of laat faliekant moest aflopen”, zegt federaal volksvertegenwoordiger Ortwin Depoortere (Vlaams Belang).
Extreme regenval zorgde in juli voor zware overstromingen, vooral in de provincies Luik, Namen en Luxemburg. Minstens 38 mensen kwamen om en nog steeds zijn er in de getroffen gebieden mensen die geen dak boven het hoofd hebben. “Omdat de ramp zich uitstrekte over meerdere gemeenten kwamen niet de burgemeesters, maar de provinciegouverneurs aan zet”, aldus Depoortere. “En dat zijn mensen wier functie geen enkele competentie vragen. Het zijn politici die uitbollen, die bedankt werden voor bewezen diensten en die aan geen enkel bekwaamheidscriterium dienen te voldoen.”
“Na corona hebben ook de overstromingen aangetoond dat het Belgische systeem niet in staat is om een crisissituatie te beheersen”
“Daarnaast stelde zich het probleem van de civiele bescherming, die onder toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) nagenoeg onthoofd werd”, vervolgt Depoortere. “Met als gevolg een nijpend tekort aan inzetbare hulpverleners. Het aantal kazernes werd teruggeschroefd van zes naar twee, en door een gebrek aan financiële middelen kon het nodige gespecialiseerde materiaal niet aangekocht worden.”
Ook wijst Depoortere op het totaal ontbreken van een centraal commando bij de brandweer, dit bijvoorbeeld in tegenstelling tot de situatie bij de politie. “Dit maakt dat het bij rampen bijzonder moeilijk is om de brandweeracties te coördineren. Het gericht inzetten van de beschikbare brandweermiddelen is dan haast onmogelijk.”
“Crisisbeheer vereist duidelijke communicatie- en coördinatiestructuren die de complementariteit van de verschillende hulpverleningsdiensten weet te ondersteunen”, besluit Depoortere. “We vragen aan minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) dan ook een doorgedreven analyse en evaluatie van het crisisbeleid. De verschillende hulpverlengingsdiensten moeten samengebracht worden en de nadruk dient daarbij te liggen op het organiseren en opmaken van plannen die niet statisch zijn, maar die continu kunnen geëvalueerd en getoetst worden.”