Het Vlaams Belang zet mee de schouders onder de schoolcapaciteitsuitbreiding via een publiek-private samenwerking in DBFM-projecten. DBFM staat voor ‘design, build, finance & maintain’. In deze samenwerking staat een DBFM-vennootschap in voor het ontwerp, bouw, financiering en onderhoud van scholen gedurende 30 jaar. Ook biedt dit meer mogelijkheden tot multifunctioneel gebruik van die schoolgebouwen. “DBFM vormt een mooie driehoek tussen de overheid, een schoolbestuur en de private vennoot wat vooral voordelig is voor nieuwbouw”, zegt Vlaams Parlementslid Jan Laeremans. “Wel moeten we ook aandachtig blijven voor de grote renovatienood bij veel verouderde schoolgebouwen.”

Donderdagmiddag werd in de onderwijscommissie het decreet DBFM-Scholen van Vlaanderen besproken en gestemd. De school betaalt na oplevering beschikkingsvergoedingen aan de BDFM-vennootschap die – afhankelijk van het onderwijsnet – ofwel volledig ofwel gedeeltelijk worden bijgepast door toelagen van de Vlaamse overheid. Van de 3 miljard euro die deze legislatuur geïnvesteerd wordt in scholenbouw, wordt 1 miljard gereserveerd voor DBFM-projecten.

Vlaams Belang is dan ook voorstander van het inzetten van dit systeem. De evaluatie van de vorige DBFM-cyclus toonde immers dat er zo een hoop planlast wegvalt voor de scholen en dat de ondersteuning door professionele partners bij de ontwikkeling alsook de 30 jaar gewaarborgd onderhoud grote troeven zijn. “Maar vooral verlopen deze projecten gemiddeld 8 maanden sneller dan bij reguliere financiering of subsidiëring van de overheid”, verklaart Laeremans. Nieuw in deze cyclus is dat de vennoten door het decreet expliciet worden aangezet om hun projecten open te stellen voor particuliere spaarders. “Een mooie win-winsituatie dus, want burgers kunnen mee–investeren in de onderwijs- en ontwikkelingskansen van hun lokale gemeenschap.”

“Zeer voordelig voor grote nieuwbouw scholen, maar minder geschikt voor renovaties of complexere werken”

Verder moeten schoolbesturen een engagement aangaan om hun opgeleverde gebouwen open te stellen voor multifunctioneel gebruik. “Polyvalente zalen kunnen zo bijvoorbeeld gebruikt worden door het kunstonderwijs of door sport- en buurtverenigingen na de schooluren”, verduidelijkt Laeremans. “Dit vergroot de ouderbetrokkenheid en -participatie bij de school.”

Laeremans waarschuwde tot slot wel om ook de reguliere overheidsfinanciering voor schoolinfrastructuur op peil te houden. “DBFM is goed voor nieuwbouwprojecten om zo een grotere capaciteitsnood sneller in te lossen”, besluit Laeremans. “Maar veel scholen hebben vooral een renovatienood of willen kleinere verbeteringen uitvoeren aan het sanitair of een zuinigere verwarming installeren. Daar is DBFM minder voor geschikt.”