Het Vlaams Belang stelt vast dat de federale regering niet heeft gereageerd op de grootschalige cyberaanval van 4 mei 2021 op internetbeheerder Belnet. “Er werden nog steeds geen aanpassingen gedaan aan ons netwerk”, zegt Kamerlid Annick Ponthier (Vlaams Belang) die hierover eerste minister Alexander De Croo (Open Vld) ondervroeg. “En met de sterke aanwijzingen dat China achter de aanval kon zitten, werd evenmin iets gedaan. We maken onszelf belachelijk, diplomatiek en veiligheidshalve.”
Het ging om een DDoS-aanval ‘van ongeziene grootte’, zoals Belnet, internetbeheerder van hogescholen, universiteiten, onderzoekscentra en overheidsinstellingen het gebeuren zelf omschreef. “Studenten, ambtenaren, burgers die belastingen via tax-on-web wilden regelen, en politieke instellingen zoals de Kamer ondervonden grote hinder”, aldus Ponthier. “De aanval was gelijk hoe te grootschalig om door enkelingen te zijn georganiseerd.”
“Er is een grondig onderbouwd en sterk vermoeden dat China achter de cyberaanval zit”
Wie achter de cyberaanval zit is volgens Belnet en cyberexperts onduidelijk. Onderzoek moet dit uitwijzen, maar het traceren van de bron van zo’n aanval is zeer moeilijk.
“Het geeft wel te denken dat de aanval er kwam op het moment dat via Zoom een commissievergadering in Buitenlandse Zaken werd georganiseerd, waarbij een aantal resoluties ter veroordeling van de Chinese Oeigoerenpolitiek voorlagen”, vervolgt Ponthier. “En China is niet aan zijn proefstuk toe wat cyberoorlogsvoering betreft. Zo zijn landen als Australië, Finland en India, omwille van hun kritische houding ten aanzien van Peking, in het recente verleden al slachtoffer geworden van staatsgeleide cyberaanvallen. In Finland werd hiervoor de Chinese hackersgroep APT31 ingeschakeld, die handelde in opdracht van de Chinese Communistische Partij.”
“België heeft de mogelijkheid om, onafhankelijk van gerechtelijk onderzoek, kwaadwillige cyberactiviteiten toe te wijzen aan buitenlandse actoren”, besluit Ponthier. “We vragen niet dat China of gelijk welke andere mogendheid beticht mag worden zonder enig bewijs. Maar uit het antwoord van De Croo op mijn vragen, of eerder het gebrek aan antwoord, blijkt dat er zelfs nog niet gesproken werd met de Chinese ambassadeur of enige andere functionaris.”