Wij begrijpen de bezorgdheden van de landbouwers in het kader van de realisatie van nationale parken en landschapsparken. Vlaams Parlementslid Wim Verheyden kaartte deze dan ook aan in het Vlaams Parlement bij omgevingsminister Zuhal Demir (N-VA). De erkenning van zulke grote ‘Vlaamse parken’ is een goede zaak. Onze landschappen en het bijhorend natuurerfgoed zijn voor ons om te koesteren en moeten bewaard worden voor de volgende generaties. Bovendien is er heel wat toeristisch potentieel. Heel wat boeren lieten echter hun bezorgdheden horen. “We moeten evenwichtig te werk gaan. Onze landbouw die al zo onder druk staat mag niet het slachtoffer worden van ondoordacht beleid”, aldus Verheyden.
De Vlaamse regering wil Landschapsparken en nationale Parken realiseren. De procedure voor de erkenning is volop bezig. Maar liefst 13 gebieden dienden een kandidatuur in voor erkenning tot Landschapspark, en 10 tot Nationaal Park Vlaanderen. Dat is een park zoals dat van de Hoge Kempen dat focust op natuur en wordt afgebakend op 5.000-10.000 hectare. “Landbouwers en grondeigenaars zijn terecht bezorgd dat men daarvoor ook hun gronden zal nodig hebben”, reageert Verheyden. “Voor veel lokale boeren zijn die gronden immers essentieel voor hun broodwinning.”
“De boeren zijn de grootste grondgebruiker, maar mogen niet de kleinste beslissingspartner zijn in dit initiatief”
“Sommige boeren vrezen dat ze met de komst van zulke parken zelf een bezienswaardigheid zullen worden en dat ze hun bedrijfsactiviteiten niet degelijk zullen kunnen blijven uitvoeren”, voegde Verheyden eraan toe. “Bovendien werden de kandidaturen ingediend zonder overleg met de land- en tuinbouwers waardoor zij nu in onzekere tijden verkeren. Minister, u moet die vrees wegnemen en in overleg gaan met de boerenorganisaties.”
“Een aantal gemeenten zijn dan ook niet bereid om mee te gaan in het verhaal van een nationaal park zolang er voor de boeren geen duidelijkheid komt”, vervolgde en besloot Verheyden. “Die lokale besturen spelen een cruciale rol, want ze staan ook het dichtst bij de eigen boeren, dus is het ook belangrijk om op lokaal niveau draagvlak te creëren. Onze boeren zijn de grootste grondgebruikers in deze, maar mogen niet de kleinste beslissingspartner zijn of worden. Ze krijgen het vandaag de dag al hard genoeg te verduren.”