menu
Word Lid
Meer aandacht nodig in scholen voor selectief mutisme

Het Vlaams Belang vraagt meer aandacht voor leerlingen met selectief mutisme, zowel op beleidsniveau als op de klasvloer. Kinderen en jongeren met selectief mutisme hebben een extreme praatangst in bepaalde sociale situaties zoals op school. “Probleem is dat veel leraren deze stoornis niet herkennen of verwarren met andere aandoeningen”, zegt Vlaams Parlementslid Kristof Slagmulder. De cijfers van leerlingen met selectief mutisme worden bovendien niet bijgehouden, zo blijkt uit het antwoord van onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) en welzijnsminister Wouter Beke (CD&V) op een vraag van Slagmulder. Ook zijn de wachtlijsten voor therapieën vaak veel te lang.”

Selectief mutisme is een ontwikkelingsstoornis die vaak begint – of althans opgemerkt wordt – als kinderen starten met school. Kinderen en jongeren met die stoornis kunnen best goed praten thuis of tegen enkele vertrouwde mensen, maar vaak klappen ze dicht in school of als er onbekenden nabij zijn. Ongeveer 7 op de 1.000 kinderen heeft selectief mutisme. “Het is vooral een sociale angst, maar ook factoren zoals taalproblemen en stressvolle levenservaringen spelen een rol”, verduidelijkt Slagmulder. “De stoornis kan jaren aanslepen en verdwijnt niet zomaar. De behandeling gebeurt het best voor de leeftijd van 10.”

“Volgens Weyts is het aan de CLB’s om leraren te sensibiliseren over de stoornis, maar zij zijn al overbevraagd”

Het is dus cruciaal dat men kinderen met de stoornis op school snel detecteert. “Daarom is het ook betreurenswaardig dat er geen cijfers zijn over het aantal leerlingen met die aandoening op onze schoolbanken”, reageert Slagmulder. Dit omdat enkel leerlingen met een gewoon en/of gemotiveerd verslag van het CLB bij een bepaald type worden geplaatst en geteld. “In dit geval worden ze dan of bij type 7 (spraak- en taalstoornis) of bij type 3 (emotionele– of gedragsstoornis) ingedeeld, maar meer handicapspecifieke gegevens worden door de overheid niet bijgehouden. Ook durven deze hier nogal eens tussen twee stoelen te vallen.”

Anderzijds is er ook een ongekend aantal dat de aandoening wél heeft, maar dat niet gediagnosticeerd is en dus geen (gemotiveerd) verslag heeft. “Veel leraren herkennen de stoornis niet of schrijven het fout toe aan andere stoornissen zoals autisme,” verklaart Slagmulder. “Volgens Weyts is het aan de CLB’s om leraren te sensibiliseren, maar net de CLB’s zijn al overbevraagd door allerhande andere zorgnoodleerlingen.” Tot slot hekelt Slagmulder dat de wachtlijsten voor externe hulp vaak ellenlang zijn. Ouders wenden zich noodgedwongen tot privétherapie, wat echter voor velen onbetaalbaar is. “Ik roep minister Beke dan ook op om die wachtlijsten in te perken.”

ONTVANG ONZE NIEUWSBRIEF