Het Vlaams Belang stelt zich ernstig vragen bij het complotdenken van Serge Lipszyc, de voorzitter van het Comité I, het orgaan dat toezicht houdt op de werking van de inlichtingendiensten. “In een naar de pers gelekt rapport van het Comité I is er sprake van een reëel en ernstig gevaar die ‘extreemrechts’ uitmaakt voor de instellingen in dit land”, zegt Kamerlid Marijke Dillen. “Het is alvast koren op de molen van Defensieminister Ludivine Dedonder (PS) in haar heksenjacht tegen alles wat binnen het leger Vlaams en rechts is.”

“Dat rapporten van het Comité I in de pers reeds uitlekken is meer regel dan uitzondering”, stelt Dillen vast. “Ook deze zomer was dat het geval. Toen mochten de Kamerleden het rapport aangaande Jürgen Conings pas inkijken nadat de media de inhoud ervan al uitgebreid uit de doeken hadden gedaan. En we mochten het slechts ter plaatse bekijken, met het strikte verbod opnames te maken.”

“Heeft het Comité I weet van dreiging van islamterreur?”

“Uiteraard nemen we uitdrukkelijk afstand van elke vorm van geweld of dreiging daartoe, om het even uit welke hoek die komt”, vervolgt Dillen. ”Het is overigens niet omdat media en tegenstanders het Vlaams Belang steevast betitelen als ‘extreemrechts’ dat dit predicaat voor onze partij correct gebruikt wordt, integendeel.”

“Het is ook ten zeerste de vraag wat het reële gevaar is dat volgens Lipszyc uitgaat van ‘extreemrechts’”, besluit Dillen. “Indien er wel degelijk sprake is van haatboodschappen, die eventueel kunnen aanleiding geven tot het plegen van misdrijven, heeft hij een punt. Maar indien hij enkel doelt op‘extreme praat’ op sociale media en in chatgroepen, zijn zijn uitlatingen enkel batig voor de heksenjacht die momenteel in het leger aan de gang is.”

“Het valt moeilijk te begrijpen dat de aandacht van het Comité I, van de veiligheidsdiensten en de inlichtingendiensten niet veeleer naar de dreiging van de islam gaat”, besluit Dillen. “Daar zit immers het echte gevaar. We hoeven hier maar te verwijzen naar de veelvuldige jihadistische aanslagen op Europese bodem en de band die er maar al te vaak is met de Brusselse gemeente Molenbeek.”