Het Vlaams Belang is niet verbaasd over de resultaten van een studie die recent aan de IESEG School of Management te Parijs onder leiding van professor Eric Dor werd verricht. “Uit deze studie blijkt dat er per Vlaming jaarlijks gemiddeld 1.087 euro vloeit naar het Franstalig landgedeelte. Een Waal ontvangt dan weer gemiddeld 1.721 euro en een Brusselaar 744 euro”, zegt fractievoorzitter in de Kamer Barbara Pas (Vlaams Belang). “En zolang België bestaat, zullen deze transfers zeker niet verdwijnen.”

Het Vlaams Belang is blij met de nieuwe studie, maar betreurt dat deze uit het buitenland moet komen. “In het binnenland is er geen animo”, aldus Pas. “Minister van Financiën Vincent Van Pethegem (CD&V) weigerde onlangs nog in te gaan op mijn vraag om ze te berekenen.” Sinds de uitbraak van de coronapandemie kreeg het communautaire thema, en zeker het thema van de geldstromen, nauwelijks nog enige aandacht. Niet alleen wordt het door de media en in de academische wereld compleet genegeerd, ook bij alle politieke partijen, op het Vlaams Belang na, heerst hierover een omerta. “De Vlaamse regering laat sinds 2017 zelf de transfers monitoren, maar vervolgens durft Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) niet met de resultaten ervan naar buiten komen. De tijd dat N-VA met vrachtwagens nepgeld naar de scheepslift van Strépy reed om de transfers aan te klagen, ligt ver achter ons.”

“Voortdurend eenzijdige transfers, zonder hoop op enige beterschap, dat is geen solidariteit maar georganiseerde diefstal”

De belangrijkste oorzaak van de voortdurende geldstromen is de veel te lage werkzaamheidsgraad in Wallonië. “Die ligt op 64 procent, in Vlaanderen is dat 75 procent”, vervolgt Pas. “En een verbetering is absoluut niet in zicht. De nefaste staatshervormingen hebben er immers voor gezorgd dat Wallonië niet geresponsabiliseerd wordt. En door de transfers worden de Franstalige politici ook nooit electoraal bestraft voor hun wanbeleid.”

“Vlaams geld blijft naar het zuiden van het land stromen, en dit zonder dat daar een voorwaarde of een tegenprestatie aan vasthangt. Laat staan dat er voor Vlaanderen sociale of economische verbeteringen aan verbonden zijn”, besluit Pas. “De geldstromen zijn, zoals de PS zelf toegaf, de enige bestaansreden van dit land. Een reden te meer om ze te beëindigen en op die manier de Vlamingen het beleid en de middelen te geven waar ze recht op hebben.”