In het Vlaams Parlement leverde Vlaams Parlementslid Wim Verheyden (Vlaams Belang) woensdag forse kritiek op de nieuwe plannen in verband met de organisatie van het openbaar vervoer. Volgens onderzoek zullen die er immers toe leiden dat maar liefst één op tien Vlamingen geen vaste dienst met bus meer zal hebben in de eigen woonkern en dat er veel meer zal moeten worden overgestapt zonder garantie dat men de overstap wel zal halen. Minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld) rekent erop dat het aanvullend te organiseren ‘vervoer op maat’ een oplossing kan bieden, maar veel vertrouwen boezemt dat niet in. De budgetten die ze de gemeenten daarvoor toespeelt liggen veel te laag.

In 2019 werd in het Vlaams Parlement het zogenaamde ‘decreet Basisbereikbaarheid’ goedgekeurd, waarbij vervoersregio’s een budget toegeschoven krijgen en zelf plannen mogen uittekenen voor de organisatie van de mobiliteit in hun regio. In plaats van een ‘aanbodgestuurd’ model, vormgegeven door De Lijn, zou er daarbij werk worden gemaakt van een combimobiliteit waarbij naast een treinnet, een kernbusnet en een aanvullend net ook een vervoer ‘op maat’ zou voorzien worden met bijvoorbeeld taxi’s en deelsteps. Dat de vervoersregioraden – waar burgemeesters en schepenen van de tot die regio behorende gemeenten deel van uitmaken – zelf de plannen zouden uittekenen, moest garant staan voor een goede organisatie. Enkel, zoals het Vlaams Belang al van meet af aan waarschuwde, bij onvoldoende budget voor de regio’s dreigt de nieuwe regeling de facto neer te komen op een verschraling van het aanbod. Zoals nu inderdaad dreigt te gebeuren.

“De gemeenten moeten (bus)vervoer op maat voorzien, maar hebben daarvoor geen geld”

“Er zijn geen centen om al die plannen te organiseren”, wierp Wim Verheyden de minister voor de voeten. “De grote dupe dreigen die mensen te worden die het nu al niet gemakkelijk hebben om zich te verplaatsen, omdat ze het fysiek niet kunnen, omdat ze geen wagen hebben of omdat ze met een oudere wagen rijden die op bepaalde plaatsen niet welkom is.” De minister vroeg om nog geduld uit te oefenen. Veertien van de vijftien vervoersregioraden hebben vandaag hun openbare vervoersplan goedgekeurd, zei ze. Ze liet weten dat deze raden nu ook bezig zijn met het uittekenen van de plannen rond het vervoer op maat. “Dan hebben we pas een volledig beeld van hoe het er effectief zal uitzien”, klonk het ook nog bij Peeters.

Het antwoord van de minister kon Wim Verheyden echter niet overtuigen. “De gemeenten zullen heel vaak zelf naar oplossingen moeten zoeken voor dat vervoer op maat. Dat gaat geld kosten en dat hebben ze niet”, repliceerde hij. Het parlementslid gaf bovendien aan te vrezen dat de factuur van het vervoer op maat doorgeschoven zou worden naar de sociaal zwakkeren die er gebruik van zullen maken. Hij deed tot slot een duidelijke oproep tot de minister: “Laat die honderdduizenden Vlamingen die het moeilijker zullen krijgen om aan een bus te geraken en om zich te verplaatsen niet in de steek! Als u werkelijk bekommerd bent om die mensen, onderneemt u actie.”