Het Vlaamse zorgpersoneel in de publieke sector heeft nog altijd de al vorig jaar in november door de regering beloofde koopkrachtverhoging van 6% niet ontvangen. “Het is een schande dat onze helden van de zorg zolang moeten wachten op hun welverdiende en beloofde beloning”, zei Vlaams Parlementslid Immanuel De Reuse in het Vlaams Parlement.

Het probleem van het alsmaar uitstellen van de koopkrachtverhoging heeft er ermee te maken dat die gekoppeld wordt aan een nieuw loonmodel, het zogenaamde IFIC. Directeurs uit de publieke zorg uitten op 30 augustus nog via een open brief onder meer aan de Vlaamse overheid hun bezorgdheid over de vertraging van dat IFIC. Hierdoor werd ook de daaraan gekoppelde koopkrachtverhoging al uitgesteld van 1 juli 2021 naar 1 oktober 2021. En ondertussen is dit al 1 april 2022 geworden, weliswaar met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2022. “Onze helden van de zorg moeten dus nog minstens 8 maanden – gerekend vanaf 1 september – wachten vooraleer ze hun loonsverhoging zullen ontvangen”, betreurt De Reuse.

“Als Beke eerder het oor te luisteren had gelegd bij het werkveld had uitstel vermeden kunnen worden”

De minister verwees voor de uitrol van IFIC naar de “verantwoordelijkheid van de sociale partners” die binnen het sociaal overleg over de invoering van IFIC “de functies, het tijdspad en de modaliteiten zouden moeten bepalen”.

Volgens De Reuse gaat Beke echter zeker niet vrijuit voor het aanhoudende uitstel: “U schuift nu de hete aardappel door, maar als u eerder naar het werkveld was gegaan en het oor te luisteren had gelegd, kon er al vroeger zijn ingegrepen”, reageerde De Reuse. “In de private sector werd IFIC wel al ingevoerd en de koopkrachtverhoging toegekend. De publieke sector kampt nu dus bovendien ook nog eens met een concurrentieel nadeel om extra personeel – dat broodnodig is – aan te werven. Al te veel jobs geraken daardoor niet ingevuld.”